De bekoring, de wijsheid en het gevaar
Kunstenaar: | Henck van Dijck |
Straatnaam: | Stratumseind, pleintje Stratumseind/Oude Stadsgracht |
Centrum | |
Materiaal: | Acrylaat, Beton, Brons, Verf |
Jaar van plaatsing: | 1995 |
Omschrijving:
Gesigneerd en gedateerd: Henck van Dijck 1995. Gegoten bij Jos Boerekamps Nederweert.
Het ontwerp voor De Bekoring, de Wijsheid en het Gevaar heeft weliswaar ruim tien jaar op realisatie in de openbare ruimte moeten wachten, maar uiteindelijk is een betere locatie dan het Stratumseind nauwelijks denkbaar. Het beeld van Henck van Dijck bevindt zich in het centrum van het uitgaansleven, waar ieder weekend opnieuw duizenden cafégangers naartoe stromen. Maar pas op, want hoe verleidelijk de stralende top de beschouwer ook naar zich toe lokt, de weg erheen is vol gevaren. Het beeld is als het levenspad: aan het begin breed en gemakkelijk, maar al naar gelang het doel in zicht komt smal en steil. De treden verbeelden de verschillende levensfase: voor een kind zijn de keuzes vaak gemakkelijk, op latere leeftijd is het leven een stuk gecompliceerder en is wijsheid nodig om het levensdoel te kunnen bereiken. De obeliskachtige toren van geoxideerd koper heeft een getrapte vorm met een gelijkzijdige basis en wordt bekroond dor een doorzichtig prisma met een ingebouwd lampje, dat is aangesloten op de straatverlichting. Overdag weerkaatst de prisma het zonlicht in alle kleuren, in het donker straalt het licht van binnenuit. De brekende lichtvalvan de prisma laat zien dat het leven niet uit één, maar uit verschillende facetten bestaat,Facetten als romantiek,vriendschap,succes,liefde,verdriet en tegenslag die juist op het Stratumseind in al hun hevigheid ervaren worden. In de opdrachtomschrijving werd onder meer de wens tot éen symbolische ontmoetingsplaats'uitgesproken. De betonnen sokkel van het beeld biedt zitruimte aan hen die zich, wellicht in een roes van drank, willen bezinnen.
Henck van Dijck wil met zijn werk bij de beschouwer een 'beeldbesefveranderingsproces'op gang brengen: hoe langer deze naar een beeld kijkt, hoe meer hij ziet en zich bewust wordt, waardoor het waargenomen beeld een verandering ondergaat. Tegelijk leidt dit bewustzijn tot bezinning, waardoor de beschouwer zelf verandert. Zo onstaat als het ware een rondgaande stroom tussen beeld en beschouwer. Deze dynamiek van bewegen, van stromen, is essentieel in het werk van Henck van Dijck. In veel werk stelt hij nadrukkelijk het belang van de ecologische kringloop aan de orde, de basis van het menselijke bestaan op aarde, dat steeds dieper aangetast wordt door de schadelijke gevolgen van technische vernieuwingen. Daarbij maakt hij gebruik van 'ready-mades'. bestaande objecten, waarmee hij zijn ideeën helder vormgeeft. In het Stadswandelpark bevindt zich een eerder geplaatst beeld van de kunstenaar, Parkbeeld uit 1989. Twwe blokken steen staan in het gras, de een ruw gehakt en schijnbaar onbewerkt, de ander glad gepolijst. Zij verbeelden de tegenstelling tussen natuur en cultuur. De blokken steen zijn verbonden door een koperen boog, die als een rad rond de liggende as van cortènstaal voortdurend in beweging lijkt te zijn.
Plattegrond: