Tarimmachine
Kunstenaar: | Gerrit van Bakel |
Straatnaam: | Den Dolech 2, hal hoofdgebouw |
Technische Universiteit Eindhoven | |
Materiaal: | Olie, Staal, Staal en olie |
Jaar van plaatsing: | 1979 |
Omschrijving:
De 'Tarim Machine', die de TU/e in 1989 aankoopt, ontwerpt Van Bakel voor de Documenta in Kassel. Het is een reactie op de Blue Flame, een raket op drie wielen, die op de zoutvlakten van Utah het wereldsnelheidsrecord vestigde met 1060 kilometer per uur.
De Tarim Machine moest het Tarim-bekken doorlopen en de constructie mag er dertig miljoen jaar over doen om dit gebied, ten noorden van Tibet en bijna zo groot als Europa, te doorlopen. Ter vergelijking: de Blue Flame zou daar hooguit een uurtje voor nodig hebben.
Door de temperatuurverschillen zet de olie in de leidingen uit en drukt op een membraan. Via een as brengt die de beweging over naar een haak, die telkens achter het volgende tandje van een tandwiel haakt. Zo wordt de machine voortbewogen. Of de ondergrond nu zand, zout of rotsen is, of de constructie tegen de bergen op 'loopt' of zelfs als hij ondersteboven valt, de Tarim Machine gaat altijd door.
Het volgende tafereel zag Van Bakel al voor zich: "Een grootvader zegt tegen kleinzoon: Zie je die machine, die komt eraan. Je moet tegen jouw kleinzoon zeggen
Kunst en wetenschap samenbrengen, in de hoop dat kunst emoties oproept of op zijn minst een reactie uitlokt in een milieu waar technologie overheerst, dat is de achterliggende motivatie voor de aankopen van de Kunstcommissie van de Technische Universiteit Eindhoven. Het werk van Gerrit van Bakel spreekt de technische wetenschapper ongetwijfeld aan. Dat functionaliteit voor de kunstenaar uiteindelijk niet het belangrijkste doel is geweest bij het ontwerpen en realiseren van zijn machines, is misschien minder begrijpelijk. Na het overlijden van de kunstenaar in 1984 heeft de TUE via de Kunstcommissie diens Tarimmachine kunnen aankopen. Al eerder deed de commissie een aankoop waarin techniek een bijzondere rol speelt, namelijk de Umbilly l van de Antwerpse kunstenaar Panamarenko. Hier bestond een directe relatie tussen de TUE en de kunstenaar, die zijn 'vliegtuig' in opdracht van de afdeling Werktuigbouwkunde ontwierp. De Umbilly l staat tegewoordig in de bibliotheek van de faculteit Bouwkunde, waar het, tot in dekleinste details uitgewerkt, maar ijl en fragiel, op de vloer van de vierde verdieping voldoende hoogte heeft bereikt...
In tegenstelling tot de Umbilly van Paramarenko functioneren de machines van Gerrit van Bakel wel, zij het dat ook bij hem het poëtische concept belangrijker is dan de machine zelf. Bij zijn ' Voorwerpelijk Denken' gaat het om ' de verschijningsvorm van het ding en het denken dat daaraan vooraf is gegaan'.
De Tarimmachine staat in de hal van het hoofdgebouw van de TUE. De machine bestaat uit acht buizen van elk drie meter lang, waarin zich olie bevindt. Er zijn steeds vier motoren in werking: twee duwend en twee trekkend. Na omwenteling treden de andere vier in werking. De machine is compleet afgeveerd. Ieder onderdeel is demonteerbaar voor onderhoud of vervanging. De Tarimmachine is deel van de Utah-Tarimconnectie, die uit twee machines bestaat. Het Utahdeel (1980) is genoemd naar de Utah-zout-vlakte in Amerika, beroemd om zijn snelheidsraces. Hier werd het wereldsnelheidsrecord te land gevestigd van circa 1060 km per uur. De Utah-machine legt 18 mm per etmaal af. Het Tarimdeel is genoemd naar het Tarimbekken in het westen van China. De werking van de zogenaamde 'Dag- en nachtmachines'berust op het volgende bewegingsprincipe: bij voldoende temperatuurverschil overdag en 's nachts zoals in een woestijn het geval is - zet de vloeistof in de buizen van de machine uit, waardoor de machines zich op eigen kracht met een snelheid van circa drie mm per etmaal kunnen voortbewegen. Op deze manier zouden beide machienes tegelijkertijd de Utahvlakte in Amerika en het Aziatische Tarimbekken moeten kunnen doortrekken, tijdens een reis van ongeveer 36 miljoen jaar. Eeuwen durende traagheid tegenover waanzinnige snelheden.
Aanvankelijk schildert Gerrit van Bakel, maar al gauw legt hij zich toe op het ontwerpen van meubels. Met de juiste vormgeving wil hij bijdragen aan de verbetering van he leefmilieu. In de jaren zeventig wordt het accent verlegd van functionaliteit naar de achtergronden van het ontwerpproces. Hieruit ontstaan denkreeksen die later tot machines leiden. De eerste grote machine ontstaat in 1976, maar is niet bewaard gebleven. Sinds het voorjaar van 2001 staat een tweed machine van Gerrit van Bakel in de hal van het hoofdgebouw van de TUE opgesteld, de Voorlopige Regenboogmachine (1980).
Voor meer informatie: Kunstcollectie TU/e
Plattegrond: